Ik ging naar de Grootmoeders toe en vroeg: ”Wat moet er gecommuniceerd worden?” Ik zag het weven van een stof. Ergens in het Noorden van Europa, was een vrouw iets aan het weven. Haar hoofd gebogen en aan haar uitdrukking kon ik zien dat zij hard aan het werk was. “Het is het Net van Licht waar ze aan werkt!”, riep ik uit. “Ze woont ergens dichtbij de gevechtslinies, maar zelfs op deze angstige plek werkt ze aan het Net van Licht.”
Ik keek een tijdje naar haar en werd me ervan bewust dat mensen over de gehele wereld het Net van Licht aan het weven waren en het sterker en sterker maakten. Ze werkten onder allerlei verschillende omstandigheden, sommigen weefden gestaag door, ondanks het gevoel dat ze onder druk stonden. Ik kon zien dat het niet gemakkelijk voor ze was om door te zetten maar ze gingen door. Sommigen weefden alleen, sommigen weefden in stilte, sommigen leken een beetje de weg kwijt en weefden uit verveling. Sommigen weefden het Net van Licht uit dankbaarheid en sommigen met plezier. Waar ik ook keek, overal was iemand het Net van Licht aan het weven. Ze waren in elke denkbare gemoedstoestand en toen ik keek, verwonderde ik me over hun vastberadenheid. “Tezamen”, zei ik, “weven zij het Net van Licht steeds sterker.”
Toen zag ik een wereldkaart. De kaart lag plat zoals een kaart doet en toch zag ik dat deze levend was. “Het is een levende link, verbindend, doordringend en zich over de hele wereldbol uitstrekkend,” riep ik. “Hij leeft, deze kaart, Hij leeft!” En ik keek terwijl hij van binnenuit licht uitzond en ontving vanuit het zonnestelsel en verder. Licht stroomde deze kaart in vanuit het Universum en vanuit de kaart schoot licht omhoog naar de hemel, naar de sterren en ver weg de ruimte in. De Aarde zelf gaf en ontving licht. En er waren vele wezens op Aarde die zich aansloten bij deze uitwisseling van liefde en licht die de Aarde instroomde en weer uitvloeide. Heen en weer, heen en weer. Een stralende uitwisseling tussen het Universum en de Aarde en van de Aarde naar het Universum. En ik kon zien dat lichtknooppunten op Aarde communiceerden met knooppunten in andere zonnestelsels. Licht en liefde overstroomden ster na ster en sterrenstelsel na sterrenstelsel.
Toen spraken de Grootmoeders. “Jullie zijn meer geliefd dan je je ooit kunt voorstellen,” zeiden ze. “Op dit huidige moment, op deze plek, waar je nu staat of zit, ben jij een ontvangststation van liefde, een ontvangststation voor licht. Jij bent deel van deze licht uitwisseling die je nu aanschouwt. Liefde en licht stromen ook bij jou naar binnen. Voel het!” zeiden ze, “voel het en kijk hoe het licht het gebied rondom jou bedekt, je omringt met een aureool van licht. Voel dat!” riepen ze uit. “Laat deze aureool op je inwerken.”
“Dit is wie je bent,” zeiden ze. “Dit is wat je bent, JIJ STRAALT. Geloof het,” zeiden de Grootmoeders. “Adem het in en beleef het. Jij bent een levend Licht Wezen,” zeiden ze. En liefjes glimlachend voegden ze er aan toe, “Nu en voor altijd.”